Tekenziektes

Teken zijn vaak dragers van verschillende ziektes. Waar de teken hier in Nederland veelal besmet zijn met Borrelia, de veroorzaker van de ziekte van lyme, zijn de zuiderse teken vaak besmet met ehrlichia, anaplasma, babesia of hepatozoon. Honden kunnen hier behoorlijk ziek van worden. Met het veranderende klimaat komen deze zuiderse teken ook steeds vaker hier in Nederland voor en kunnen deze ook hier deze ziektes met zich bij dragen en overdragen.

Ehrlichia en Anaplasma
Ehrlichia en anaplasma zijn twee op elkaar gelijkende bacteriën die een gelijkaardig ziektebeeld veroorzaken. 

Ehrlichia en Anaplasme vermenigvuldigen zich, nadat ze zijn overgedragen door de teek, in een bepaald type witte bloedcellen. Na een incubatietijd van twee tot drie weken veroorzaken zij problemen in de bloedstolling. Honden krijgen een tekort aan bloedplaatjes en kunnen daarmee blauwe plekken en bloedarmoede ontwikkelen. 

Honden met acute ehrlichiosis of anaplasmosis voelen zich vaak ellendig en hebben koorts. Wanneer dit acute stadium niet adequaat behandeld wordt, kunnen deze ziektes mogelijks ook chronisch worden. In dat geval kunnen de klachten erg lijken op de klachten bij leishmania, met o.a. gewrichtsontstekingen en ontsteking van de nieren. 

Ehrlichia en anaplasma worden behandeld met doxycycline, in het acute stadium is de prognose erg goed, de meeste honden herstellen volledig. Wanneer het dier chronisch geïnfecteerd is, kan de behandeling een stuk moeilijker zijn en zijn soms meerdere kuren antibiotica nodig.

Babesia
Babesia is een parasiet die zich in de rode bloedcellen gaat nestelen. Wanneer hij zich gaat vermenigvuldigen, gaan de rode bloedcellen kapot en krijgt de hond erge bloedarmoede. Dit gaat gepaard met hoge koorts en een hond die zich erg ziek voelt. Deze klachten ontstaan een week of twee-drie nadat de hond door de teek gebeten is. 

Wanneer acute babesiosis niet adequaat behandeld wordt, kan ook deze chronisch worden. In dat geval ontstaat een malaria-achtig beeld met periodieke opflakkeringen van koorts en bloedarmoede.

Babesia is goed te behandelen en reageert over het algemeen heel goed op therapie, binnen 24u na een injectie met Carbesia zakt de koorts en stopt de bloedafbraak. Voor de zekerheid wordt de injectie na 14 dagen altijd wel nog een keer herhaald. Soms is het wel nodig dat de hond ook een bloedtransfusie nodig heeft omdat er te veel rode bloedcellen afgebroken zijn, of prednison omdat het eigen immuunsysteem naast de met babesia geïnfecteerde rode bloedcellen afbreekt, ook gezonde rode bloedcellen gaat aanvallen. 

Hepatozoon
Hepatozoon is een parasiet die ook wordt overgedragen door teken, alleen niet doordat de teek gebeten heeft, maar doordat de hond een teek uit zijn vacht heeft getrokken en opgegeten heeft.

De meeste honden die besmet zijn met hepatozoon hebben geen klachten. Enkel bij massale besmetting kan het klachten veroorzaken van koorts, lusteloosheid en bloedarmoede. 

Een hepatozoon besmetting komt nooit alleen voor. De hond heeft altijd ook een besmetting met een van de andere tekenziektes. Gelukkig is de behandeling veelal hetzelfde, hepatozoon wordt behandeld met injecties Carbesia. Vaak zijn wel meerdere injecties nodig voor hepatozoon helemaal weg is. 

Wanneer je hond bij routine bloedonderzoek in Spanje positief test op een van deze ziektes hoef je je niet direct zorgen te maken. Wanneer honden een acute infectie doormaken met ehrlichia, anaplasma of babesia, kunnen zij ook zonder behandeling genezen. In dat geval maken zij antistoffen aan en dit is wat er in het bloed wordt gemeten. De aanwezigheid van antistoffen geeft aan dat de hond ooit een acute ziekte heeft doorgemaakt, maar niet of dat hij genezen is, of dat hij chronische drager is van de parasiet/bacterie. Omdat het heel moeilijk kan zijn om dit verschil te maken, wordt er meestal wel een behandeling gestart.